Helpen. Pleasen. Wie moet er nou eigenlijk echt geholpen worden?
Helpen. Pleasen.
Sommige mensen lijken geroepen om anderen te helpen. Vaak begint dit al vroeg in hun kinderjaren. Ze reageren op behoeften van een ander, mens of dier, met een onbaatzuchtigheid die indrukwekkend is. Ze richten zich op het redden, helpen en genezen van een ander. Hoewel dit onbaatzuchtig lijkt, is dat niet (geheel) het geval. Het lijkt alsof deze mensen heel weinig eigen behoeftes hebben, maar er liggen juist onvervulde behoeftes onder de oppervlakte, bewust of onbewust.
Wie moet er nou eigenlijk echt gered worden?
Het helpen van een ander is bij de overgrote meerderheid een manier om een gewond deel in zichzelf te genezen. De liefde en de aandacht die ze aan de ander geven is een projectie op anderen van de liefde en aandacht die ze zelf zo hard nodig hebben en die ze hoogstwaarschijnlijk in de jonge jaren hebben gemist. Op het moment dat er namelijk geen liefdevolle aandacht is voor het jonge kind, dan kan het kind zich als een helper/redder/verzorger gaan opstellen om de behoefte aan en gevoel van liefde in zichzelf te vervullen. Het is een overlevingsstrategie of beschermingsmechanisme die eerder als meest passende oplossing werd opgepikt en die wanneer die niet wordt herkend en erkent het leven lang kan door blijven werken.
Wanneer iemand de verbinding heeft verloren met de liefde in zichzelf (iets dat gebeurt al in de jonge kinderjaren), ofwel iemand voelt zich niet goed genoeg zoals ie is; of zich niet waard zoals ie is; iemand voelt dat ie er niet mag zijn en de liefde niet waard, dan gaan ze zoeken naar liefde en bevestiging buiten zichzelf. Op de een of andere manier kunnen ze niet de liefde bij zichzelf vinden voor zichzelf, maar projecteren ze deze liefde op een ander in de hoop er liefde voor terug te krijgen. Een manier om dat te bereiken is het helpen van een ander. Dit is geen liefde, dit is gehechtheid.
Als je altijd klaar staat voor een ander, deze rol nooit loslaat en altijd “aan” staat, kan dit ten koste gaan van innerlijke rust en persoonlijke groei. Totdat de persoon zijn eigen innerlijke thema’s heeft opgelost, spelen ze deze uit in hun relaties met anderen, voelen ze zich aangetrokken tot degenen die ze nodig hebben (en die het meeste hun hulp nodig hebben) en hebben ze moeite met het voelen en/of naleven van hun eigen behoeften. Niet alleen beperk je jezelf in je persoonlijke groei, maar in het ergste geval ook de ander, omdat je diegene niet de gelegenheid geeft om eigen dilemma’s op te lossen en deze misschien zelfs mogelijk maakt.
Dit betekent niet dat het niet de bedoeling is of dat ze er niet goed aan doen om een ander te helpen. Dit betekent wel dat ze er goed aan zouden doen om wat van die helpende energie naar binnen te keren door eens stil te staan bij de eigen behoeftes en motivatie achter het helpen en verzorgen. Het zou goed zijn eens stil te staan bij wat er in hun leeft, wat er onder de oppervlakte afspeelt en wat ze werkelijk nodig hebben. Dat kan eenvoudigweg door je af te vragen waarom je doet wat je doet en door eens niet te doen wat je altijd doet (en dan voelen wat dat met je doet). Wanneer je je pijn erkent en doorleeft dan kan je uiteindelijk helpen niet vanuit gehechtheid, maar vanuit vrijheid en ware liefde, omdat je weet dat je heel bent.
Enkele tekenen dat jij of iemand die je kent de innerlijke redder moet redden kan zijn burn-out door overgave aan de ander; wrok gevoelens; niet kenbaar maken van of niet weten wat eigen behoeften zijn; niet kwetsbaar opstellen; over je eigen grenzen gaan; niet kunnen ontspannen en het hebben van een leeg gevoel.
Hulp komt wanneer we ons toestaan toe te geven dat we hulp nodig hebben. Heelheid komt wanneer we onze pijn kunnen erkennen. Vrijheid komt wanneer we deze pijn kunnen transformeren naar inzicht, wijsheid en (zelf)liefde.